Over het algemeen heeft het onze voorkeur te spreken van ‘iemand met SSA-gevoelens’ (Same Sex Attraction) of van ‘iemand met homoseksuele gevoelens’. Je bent immers niet je gevoel. Een nadeel van het woord ‘homo’ is ook, dat het in de loop der decennia zo’n politieke lading heeft gekregen en dat het bij mensen wellicht bepaalde beelden oproept die slechts op een deel van de LHBT-ers van toepassing zijn.

Toch gebruiken we met enige regelmaat het woord homo, om drie redenen.

(a) Het is het meest gebruikte woord voor iemand met dergelijke gevoelens, en we willen aansluiten op die realiteit.

(b) De alternatieven zijn te lang om steeds in teksten op te nemen; om praktische redenen gebruiken we dan het woord ‘homo’.

(c) De homoseksuele gevoelens kunnen lange tijd dusdanig overheersend zijn geweest (of dat nog zijn), dat het gebruik van de termen als SSA- of homoseksuele gevoelens in de beleving van deze mensen afbreuk doet aan de problematiek c.q. deze ‘probeert te verkleinen’, of het gevoel geeft in een soort ontkenningsfase te zitten. Men vindt de term homo dan terecht als een secundaire identiteit.