Seks en het huwelijk

SEKS en het HUWELIJK: wat zegt God erover in de Bijbel?

De Bijbel geeft aan dat we mogen genieten van seksuele intimiteit binnen de veilige grenzen van een huwelijk tussen een man en een vrouw. Alleen binnen die relatie. Om iets moois te beschermen, heeft God ons een aantal duidelijke grenzen gegeven: grenzen voor onze manier van denken en doen. Muren en hekken op de juiste plek zijn een zegen; ze beschermen en behouden iets dat goed is.

Mozes en het Oude Testament

In tegenstelling tot de kerk is het Oude Testament zeer open en positief over seks. Het lichamelijke plezier dat een man en zijn vrouw samen kunnen beleven is zelfs als beeld gebruikt van het genoegen dat God heeft in de omgang met Zijn volk.

De eerste twee hoofdstukken in Genesis wijzen naar Gods oorspronkelijke schepping: “Toen maakte God de mens. Hij maakte ze zo dat ze op hem leken. Hij maakte ze als man en als vrouw” (Gen. 1:27 BGT). Hun lichamen waren zo ontworpen dat ze bij elkaar pasten, dat ze elkaar aanvulden, zodat zij, in een plezierige heteroseksuele eenheid, zouden zorgen voor nakomelingen.

De kerk heeft seksualiteit in het verleden vaak gezien als een ‘noodzakelijk kwaad’, zelfs binnen het huwelijk. Maar dit idee is niet op de Bijbel gebaseerd. Het boek Hooglied beschrijft een man en vrouw die plezier beleven aan elkaars lichaam. Seks heeft duidelijk te maken met voortplanting, maar dit was niet de enige functie. Voortplanting en kinderen krijgen worden zelfs niet eens genoemd in het boek Hooglied.

De profeet Jesaja gebruikt het lichamelijke plezier dat een man en zijn vrouw samen kunnen beleven zelfs als beeld van het plezier dat God beleeft aan de omgang met Zijn mensen: “Want zoals een jongeman trouwt met een jonge vrouw… zoals een bruidegom zich verblijdt over zijn bruid, zo zal uw God Zich over u verblijden” (Jes. 62:5).

Paulus en het onderwijs van de Apostelen

Het Nieuwe Testament spreekt zonder twijfel open en positief over het huwelijk en heteroseksuele intimiteit binnen het huwelijk.

Het Nieuwe Testament bouwt verder op de regels die het Oude Testament al gaf voor seksualiteit en huwelijk. Maria, de moeder van de Heer Jezus, werd niet minder waardevol door haar seksuele intimiteit met Jozef nadat Jezus was geboren (Mat. 1:24-25). De apostel Petrus had een vrouw (Mat. 8:14), net als een aantal andere apostelen (1 Kor. 9:5).

In twee gevallen besteedt de apostel Paulus bijzondere aandacht aan de relatie tussen een man en vrouw in de context van een huwelijk:

In 1 Korinthe 7: De apostel is zich heel erg bewust van de kracht van het seksuele verlangen en hoe dit kan leiden tot vormen die door God afgekeurd worden. “Jullie vinden ook dat verboden seks wel mag. Jullie denken: Het maakt niet uit wat we met ons lichaam doen… Maar zo is het niet. We hebben ons lichaam niet gekregen voor verboden seks” (1 Kor. 6:13 BGT). Maar in het daarop volgende hoofdstuk wordt seksuele gemeenschap binnen een heteroseksueel huwelijk gepresenteerd als een goede, positieve en door God ingestelde manier om deze sterke verlangens te bevredigen. Het is beter dat mensen trouwen, “Anders gaan ze misschien verlangen naar verboden seks. Een man moet zijn lichaam aan zijn vrouw geven… En een vrouw moet haar lichaam aan haar man geven… Mensen die getrouwd zijn, moeten dus gewoon met elkaar naar bed gaan…” (1 Kor. 7:2-5 BGT).

In Efeze 5: Dit hoofdstuk begint met een aantal houdingen en activiteiten die niet samengaan met het christelijke leven, waaronder een verwijzing naar seksualiteit: “Jullie zijn Gods heilige volk. Daarom mag er bij jullie zelfs niet eens gepraat worden over verboden seks, onreine dingen, en slechte verlangens” (5:3 BGT). Verderop in het hoofdstuk beschrijft de apostel hoe deze door God gegeven verlangens binnen het huwelijk vorm horen te krijgen. De apostel gaat dan verder en gebruikt die liefdevolle man-vrouw relatie als beeld van Christus en de kerk (5:31-32). Huwelijk en seksualiteit worden in het Nieuwe Testament in een zeer positief daglicht gesteld.

Het positieve onderwijs van Jezus

Het positieve onderwijs van de Heer Jezus over seks en het huwelijk is in Mattheüs 19:4-6 te vinden. Het is gebouwd op drie fundamentele beweringen: 

1. Jezus: God zelf schiep twee menselijke wezens, mannelijk en vrouwelijk
De Heer Jezus citeert hier Genesis 1:27 “En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.” God schiep niet drie of meer soorten. Hij koos ervoor om twee geslachten te maken: man en vrouw. God schiep niet een aantal mannen en een aantal vrouwen zodat zij zich vrij konden voelen om met wie dan ook een paar te vormen. Hij schiep er opzettelijk slechts twee, één man en één vrouw.

2. Jezus: God zelf ontwierp het huwelijk en stelde het in
Hier citeert de Heer Jezus Genesis 2:24. ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.’ Hij beschrijft een beslissend en openbaar moment waarop een man de huishouding van zijn ouders verlaat om een nieuwe eenheid te vormen, een nieuwe familie. Hij verlaat hen om zich te hechten aan een vrouw, zijn vrouw. In de ogen van de Heer Jezus is het huwelijk Gods uitvinding en niet een sociaal-menselijke overeenkomst.

3. Jezus: God zelf voegt man en vrouw samen
In deze derde bevestiging maakt de Heer Jezus duidelijk dat het huwelijk niet slechts een contract of overeenkomst is tussen mensen, maar een Goddelijke daad waarin God de deelnemers verandert: zij zijn niet langer twee, maar één (Mat. 19:6). Op het beslissende moment van het huwelijk zegt God dat Hij tussenbeide komt en op de één of andere manier man en vrouw ‘samenvoegt’. Deze speciale, unieke en Goddelijke samenvoeging wordt alleen genoemd met betrekking tot een man en een vrouw.