Jezus zei immers zelf: ‘Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt’ (Matteüs 7:1). Toen de Heer Jezus zijn discipelen vroeg niet te oordelen, zei Hij niet: ‘Bemoei je met je eigen zaken.’ Hij corrigeerde hun houding wanneer zij iemand wilden helpen of advies wilden geven.

Nadat Hij zijn discipelen had gezegd niet te oordelen, vertelde Hij hen hoe zij met een broeder moesten omgaan die gezondigd had. Hij zei: ‘Waarom ziet u wel de splinter in het oog van uw broeder, maar merkt u de balk in uw eigen oog niet op? Of, hoe zult u tegen uw broeder zeggen: Laat toe dat ik de splinter uit uw oog haal; en zie, er is een balk in uw eigen oog? Huichelaar, haal eerst de balk uit uw oog en dan zult u goed kunnen zien om de splinter uit het oog van uw broeder te halen’ (Mattheüs 7:3-5).

Is niet elke christen verantwoordelijk voor zijn eigen leven? We zijn allemaal zondaren, dus waarom zou de ene zondaar de andere moeten beoordelen? Een splinter in iemands oog is niet bepaald een pretje. Het kan dan pijnlijk zijn om hem te verwijderen, het kan enige tijd duren, maar het is wel een positieve, vriendelijke en liefdevolle daad. Zowel het oog als het hele lichaam zullen er van profiteren. Het negeren van de splinter zou wel heel onaardig zijn!

Wij zijn leden van Christus’ lichaam en hebben elkaar nodig om te groeien in Hem, naar Zijn Voorbeeld. We mogen elkaar dan ook aanmoedigen, elkaars lasten dragen, corrigeren en onderwijzen, in liefde, zoals Jezus’ woorden in Mattheüs 18:15-18 ook illustreren.